Bookworld
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Sience Fiction

Ga naar beneden

Sience Fiction Empty Sience Fiction

Bericht van Karennn di maa 08, 2016 10:14 pm

Sciencefiction , in het Engels als science fiction gespeld), is tegenwoordig een belangrijk genre dat vooral opgeld heeft gedaan in literatuur, stripverhalen, films, televisieseries, hoorspelen en computerspellen. Het Engelse "science fiction" betekent letterlijk vertaald "wetenschapsfictie", en dit is dan ook de betekenis die de bedenker van de term, Hugo Gernsback, eraan heeft willen geven. Voor Gernsback was de sciencefiction vooral bedoeld als een middel tot popularisatie van de wetenschap en van wetenschappelijke ontdekkingen, maar de geschiedenis ervan laat zien dat deze gedachte door latere schrijvers slechts beperkt is nagestreefd. In het genre worden tegenwoordig vooral toekomstbeelden met verzonnen technologische vooruitgang en wetenschappelijke ontwikkelingen gebruikt.



Oorsprong

1rightarrow blue.svg Zie Geschiedenis van sciencefiction voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Sciencefiction als een commercieel genre bestaat sinds 1926, toen Amazing Stories, het eerste tijdschrift volledig gericht op het sf-genre werd uitgegeven, maar de geschiedenis van de sciencefiction als literair genre gaat verder terug. Veel verdedigers van sciencefiction als een gerespecteerd literair genre hebben dan ook geprobeerd om zo vroeg mogelijke voorbeelden van sciencefiction te vinden. In zijn Pictoral History of Science Fiction draagt David Kyle bijvoorbeeld de Griekse satireschrijver Lucianus van Samosata voor als de eerste echte sciencefictionschrijver, omdat deze in zijn Ἀληθῆ διηγήματα (Ware Geschiedenis) uit 160 rept van een reis naar de maan. Daarnaast zijn ook schrijvers als Jonathan Swift, (Gullivers reizen), Thomas More (Utopia) en de natuur- en sterrenkundige Johannes Kepler wel genoemd als proto-sciencefictionschrijvers. De hierboven genoemde verhalen horen echter eerder bij het fantasygenre, aangezien er bovennatuurlijke gebeurtenissen in voorkomen.

Voor critici als Brian Aldiss is sciencefiction niet mogelijk zonder wetenschap. Volgens Aldiss is het eerste echte sciencefictionverhaal dan ook veel later geschreven dan de hier boven aangehaalde verhalen. In zijn boek Billion Year Spree draagt hij Frankenstein (1818) van Mary Shelley voor als eerste sciencefictionverhaal omdat dit volgens hem het eerste verhaal is waarin een wetenschappelijk onderwerp (in dit geval elektriciteit) wordt gebruikt in plaats van magie om de wonderbaarlijke gebeurtenissen in het verhaal te verklaren.

Na Shelley waren het Jules Verne en H.G. Wells die het meest hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de moderne sciencefiction. Hierbij kan Verne beschouwd worden als de vader van de zogenaamde realistische sciencefiction. Hij schreef romans waarin uitvindingen centraal stonden waarvan de basiselementen ofwel al waren uitgevonden, of op het punt stonden om te worden uitgevonden, zoals de onderzeeboot en het vliegtuig. Met deze romans beschreef hij de mogelijkheden die de verdere ontwikkeling van die uitvindingen met zich mee zouden brengen. In Twintigduizend mijlen onder zee geeft hij bijvoorbeeld de onderzeeboot Nautilus de mogelijkheid om weken, zo niet maanden onder water te varen, iets wat echte onderzeeboten pas konden toen de atoomonderzeeboot was uitgevonden.

Wells daarentegen was veel minder geïnteresseerd in hoe een uitvinding zou moeten werken en veel meer in wat ermee zou kunnen worden gedaan. Zijn vroege sciencefictionromans, met name De Tijdmachine (The Time Machine) (1895), The Island of Doctor Moreau (1896), De onzichtbare man (The Invisible Man) (1897), De oorlog der werelden (The War of the Worlds) (1898) en The First Men in the Moon (1901), hadden een grote invloed op de ontwikkeling van het genre, niet het minst omdat hij naast het eerste tijdreis-verhaal ook het eerste verhaal over een buitenaardse invasie schreef, en verder omdat de thema's die hij aansneed in zijn romans nog steeds worden gebruikt in de moderne sciencefiction.

Modern

Proto-sciencefiction: Albert Robida's illustratie Sortie de l'opéra en l'an 2000 (1882).
Het ruimtevaarttijdperk brak officieel aan op 4 oktober 1957 met de Spoetnik-lancering in de Sovjet-Unie. Vier jaar later, in 1961 werd kosmonaut Joeri Gagarin de eerste mens in de ruimte en in 1969 zette astronaut Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan.

Deze gebeurtenissen gingen aan de sciencefiction bepaald niet onopgemerkt voorbij. Sciencefictionverhalen begonnen volwassen te worden. A.E. van Vogt had al in 1945 de toon gezet met zijn Nul-A-trilogie, in 1951 op de voet gevolgd door Isaac Asimov met zijn Foundation-serie. Robert A. Heinlein volgde met Dubbelster en vooral Vreemdeling in een vreemd land, Stanisław Lem in 1961 met Solaris, Frank Herbert in 1963 met Duin en Arthur C. Clarke in 1968 met 2001: A Space Odyssey.

Televisie en bioscoop bleven intussen niet achter. In 1963 verscheen de Britse sciencefictionserie Doctor Who, al snel gevolgd door het Amerikaanse Star Trek. In 1968 werd 2001: A Space Odyssey gelijktijdig met de verschijning van het boek bewerkt tot film door Stanley Kubrick. De film Solaris door Andrej Tarkovski kwam uit in 1972. Steven Spielberg bracht in 1977 Close Encounters of the Third Kind, en in hetzelfde jaar verscheen de eerste Star Warsfilm in de bioscoop, destijds gewoon onder de naam ' Star Wars ' maar na de latere vervolgfilms nu bekend als Star Wars: Episode IV: A New Hope. In de jaren 80 kwam E.T. the Extra-Terrestrial uit, een wereldhit met een recette van meer dan 500 miljoen dollar. In 1987 verscheen op televisie eindelijk een vervolg op Star Trek, namelijk Star Trek: The Next Generation. In de jaren 90 verschenen succesvolle series als Babylon 5, The X-Files, Star Trek: Deep Space Nine, Star Trek: Voyager en Stargate SG-1. Ook in de 21e eeuw verschenen nieuwe sciencefictionseries: Firefly, Smallville, Battlestar Galactica (2004), Stargate Atlantis, Heroes, Star Trek: Enterprise en The 4400.

In de hedendaagse sciencefiction is vaak een tendens waar te nemen om andere mogelijke maatschappijen te beschrijven, waarbij de auteur de vrijheid kan nemen (door andere intelligente soorten of andere planeten te poneren) de dingen zo in te richten dat het resultaat plausibel wordt waar dit als extrapolatie van de bestaande aardse maatschappijvormen niet zo zou kunnen zijn. Goede sciencefiction is intern consistent - als de lezer eenmaal de basale 'suspension of disbelief' heeft kunnen verrichten, zit het verhaal verder logisch in elkaar. Opvallend is dat veel enthousiaste lezers werkzaam zijn in wetenschap en techniek (ingenieurs, natuurkundigen, IT-specialisten, enz.). Vaak heeft het lezen van sf in hun jeugd hen gestimuleerd om in deze richtingen verder te studeren. Ook zijn veel bekende sf-schrijvers tevens wetenschapper, zoals Stephen Baxter en Vernor Vinge die beide ook afgestudeerd wiskundige zijn.

Subgenres

Amazing Stories-uitgave uit 1928

Cover van 'Everyday Science and Mechanics', november 1931
Apocalyptische en post-apocalyptische sciencefiction welke handelt over het einde van een beschaving, kan enigszins gezien worden als een bijzondere vorm van de invasieliteratuur. Bekende voorbeelden H. G. Wells The War of the Worlds en John Christopher met zijn jeugdtrilogie The Tripods.
Harde sf: hierin wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de echte natuurwetten en worden meestal speculatieve theorieën tot hun uiterste consequentie doorgetrokken. Vernor Vinge, Greg Egan, Damien Broderick, Ben Bova, David Brin zijn vertegenwoordigers van deze richting.
Zachte sciencefiction: het tegenovergestelde van harde sf. Zachte of Soft-sf beschrijft vaak de niet-technologische wetenschappen als economie, politiek en psychologie. Er wordt veel aandacht besteed aan de samenstelling en opbouw van een beschaving en veel minder aan de techniek waarvan men zich bedient. Philip K. Dick, Ursula K. Le Guin, Robert Heinlein en Julian May schreven veel zachte sf.
Maatschappelijke sciencefiction: hier wordt een toekomstige of zelfbedachte maatschappijvorm of cultuur intern consistent beschreven. Vertegenwoordiger bij uitstek van dit genre is Jack Vance, maar ook Larry Niven met zijn Bekende Ruimte-cyclus, Isaac Asimov (Foundation-trilogie), Stanisław Lem en E.E. 'Doc' Smith (Lensman-serie) hebben in dit genre geschreven. Verder vallen de dystopische romans Brave New World van Aldous Huxley en 1984 van George Orwell hieronder. Subgenres hiervan zijn:
Alternatieve geschiedenis: hierbij wordt ervan uitgegaan dat een historische gebeurtenis anders is verlopen dan in onze 'echte' historie. Duitsland wint de Eerste of Tweede Wereldoorlog, het Romeinse Rijk gaat niet ten onder, in de Amerikaanse Burgeroorlog wint het Zuiden, enz. Alternatieve geschiedenissen spelen zich dikwijls af in een parallel heelal, maar kunnen ook een zuiver hypothetisch karakter hebben. Veel verhalen van Harry Turtledove, Frank Drake, Steven M. Stirling en Poul Anderson kunnen tot het genre worden gerekend. Andere bekende voorbeelden zijn de film Sky Captain and the World of Tomorrow, het groepsproject Ill Bethisad en in zekere zin ook de stripreeks De Duistere Steden. Op usenet zijn er verschillende nieuwsgroepen die zich alleen met dit thema bezighouden. Het genre staat ook wel bekend onder de naam retro-sciencefiction.
Militaire sciencefiction: de verhalen concentreren zich op interplanetaire of interstellaire conflicten in een militaristische maatschappij, vaak gezien vanuit de ogen van gewone mensen of soldaten, zoals in de Ender-verhalen van Orson Scott Card en de films/televisieseries Battlestar Galactica, Starship Troopers en Space: Above and Beyond.
De-grote-reis-sf: avonturen verhalen waarin de held(in) of helden van het verhaal op zoek zijn naar iets of iemand of een bepaalde opdracht moeten vervullen en ondertussen van alles beleven op andere en meestal exotische planeten, in het verleden of de toekomst, enz.
Space opera: een pulp-variant van sf. De personages zijn vaak cliché, de mannen gespierd, de vrouwen mooi en er is een duidelijk onderscheid tussen goed en kwaad. De verhalen zijn dramatisch en theatraal van opzet en beslaan vaak hele beschavingen en het lot van het heelal in zijn geheel. De term space western wordt ook wel gebruikt.
Anime is de benaming voor Japanse tekenfilms, vaak foutief mangafilms genoemd. Hoewel anime-films lang niet altijd sciencefictionfilms zijn, is dit wel het meest voorkomende genre. Eén van de eerste anime-series, Astroboy, is sciencefiction, net als Akira, Captain Future, Dragonball en Ghost in the Shell. Een subgenre hiervan is:
Mecha: een subgenre waarin robotische gevechtsmachines de hoofdrol spelen. Succesvolle Mecha-series zijn Mobile Suit Gundam en Giant Robo. Overigens zijn er ook live-action-mecha-films; in verschillende Godzilla-films komen mecha's voor.
Cyberpunk: een subgenre uit de jaren 80 dat zich richt op computers en informatietechnologie, vaak in combinatie met een afbreuk van de sociale orde. De verhalen gaan vaak over een conflict met hackers, kunstmatige intelligentie, robots en mega-bedrijven, die geplaatst zijn in een dystopie in de nabije toekomst. De staat is vervallen in anarchie waarbij de (economische) macht is overgenomen door grote bedrijfsconglomeraten. De sfeer van zulke verhalen lijkt vaak op het film-noirgenre. Bekende voorbeelden zijn de verhalen van William Gibson en de films Blade Runner, Tron en The Matrix.
Fantasy, waarbij de verhalen zich afspelen in een eigen middeleeuws aandoende wereld met naast mensen eventueel meerdere rassen (zoals elfen en dwergen) en vaak magie, en Sword & Sorcery, met machtige tovenaars ridders en helden, barbaarse rijken, draken en andere fabelwezens en veel zwaardgevechten en dergelijke. Dit is strikt genomen geen sciencefiction, maar vormt een eigen genre. Soms aangeduid als sprookjes voor volwassenen. Voorbeelden zijn de verhalen van Conan de Barbaar en In de Ban van de Ring. Schrijvers van fantasy zijn onder andere Robert E. Howard, J.R.R. Tolkien, Jack Vance, Fritz Leiber en meer recent Terry Pratchett (Schijfwereld) en J.K. Rowling (Harry Potter).
Deze afbakeningen zijn niet scherp; er zijn talloze overgangsvormen. Veel sf gebruikt een mengeling van deze onderdelen, bijvoorbeeld technologisch hoog ontwikkelde beschavingen waarin ook magie mogelijk is (Star Wars). Julian May heeft een grote cyclus geschreven over een maatschappij waarin telepathie tot een geheel nieuwe structuur leidt (Het Galactisch Bestel). Een combinatie van vele genres vindt men in de serie Duin van Frank Herbert en het vervolg erop door zijn zoon Brian Herbert samen met Kevin J. Anderson. De Hyperion-cyclus van Dan Simmons vermengt fantasy met harde sf.
Karennn
Karennn
Admin
Admin

Aantal berichten : 20
Registratiedatum : 08-03-16
Leeftijd : 34
Woonplaats : Tessenderlo

Terug naar boven Ga naar beneden

Terug naar boven


 
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum